Alleen, maar toch met hulp

‘De stem van mijn moeder onthoud ik niet meer’ zeg ik tegen Erna ‘Het wordt steeds moeilijker om te denken aan de klank ervan of de emotie die ze er altijd zo mooi kon inbrengen’. Verdrietig laat ik mijn hoofd hangen. Het liefst zou ik nu in een hoekje gaan zitten om zachtjes te snikken en uiteindelijk te gaan huilen maar ik hou mij groot. Ik wil niet huilen omdat ik het moeilijk heb, ik ben namelijk niet de enige die het moeilijk heeft.

Ik voel de ogen van Erna op mijn achterhoofd. Ik weet dat ze er nog zit, wat mij echt blij maakt. Erna, een vrouw die ik als mijn Nederlandse moeder ben gaan beschouwen. Zij is er voor mij als ik haar nodig heb, een uitlaadklep waar ik mijn verdriet en boosheid even bij kwijt kan en een vrouw die ontzettend sterk is en altijd voor mij klaar staat. Ik wil haar niet teleurstellen dus til ik mijn hoofd op en ik probeer te glimlachen naar haar. Ik weet dat ze het ziet, de tranen in mijn ogen, maar het enige wat ze doet is een vriendelijke knik zodat ze het begrijpt.

‘De stem van mijn moeder onthoud ik niet meer’ zeg ik tegen Erna ‘Het wordt steeds moeilijker om te denken aan de klank ervan of de emotie die ze er altijd zo mooi kon inbrengen’. Verdrietig laat ik mijn hoofd hangen. Het liefst zou ik nu in een hoekje gaan zitten om zachtjes te snikken en uiteindelijk te gaan huilen maar ik hou mij groot. Ik wil niet huilen omdat ik het moeilijk heb, ik ben namelijk niet de enige die het moeilijk heeft.

Ik voel de ogen van Erna op mijn achterhoofd. Ik weet dat ze er nog zit, wat mij echt blij maakt. Erna, een vrouw die ik als mijn Nederlandse moeder ben gaan beschouwen. Zij is er voor mij als ik haar nodig heb, een uitlaadklep waar ik mijn verdriet en boosheid even bij kwijt kan en een vrouw die ontzettend sterk is en altijd voor mij klaar staat. Ik wil haar niet teleurstellen dus til ik mijn hoofd op en ik probeer te glimlachen naar haar. Ik weet dat ze het ziet, de tranen in mijn ogen, maar het enige wat ze doet is een vriendelijke knik zodat ze het begrijpt.

Toen ik hier aankwam wist ik niet dat ik iemand zoals Erna zou ontmoeten. Ik voelde mij eenzaam en alleen in Nederland. Ik ben hier inmiddels al bijna 3 jaar en weet niet of mijn moeder nog wel leeft. Ik zou haar willen aanraken en haar geur willen opsnuiven en in een doosje willen doen en die in mijn huis willen plaatsen. Nog iets wat ik niet kan delen met mijn biologische moeder. Ik ben inmiddels 20 jaar en heb een eigen huis. Een eigen plek voor mij, waar ik net doe of ik mij thuis voel. Maar diep van binnen ga ik kapot van pijn en verdriet. Ik mis alles, mijn moeder en vader, mijn broers en zussen maar vooral mijn thuisland. Natuurlijk koos ik er voor om hier te komen maar dat deed ik samen met mijn familie. Maar niemand weet waar ze zijn.

En daar was Erna, plotseling in 2015 kwam zij aangelopen met Joanne om bij een vriend van mij te komen praten. Ik was gelukkig, eindelijk Nederlandse mensen die mij misschien ook konden helpen. En ik was maar ben er nog steeds gelukkig en blij mee. Zij zorgen dat ik op het goede pad blijf. Erna is er om mij te helpen toen met mijn advocaat, met mijn houding en emoties. Zij is er als ik haar nodig heb, ik zou haar willen vertellen dat ik haar als mijn moeder zie. Maar ik durf niet, stel je voor dat ik mijn eigen moeder hiermee pijn doe? Wat moet ik dan?

‘Erna, ik ben ontzettend blij met wat je voor mij doet’ breng ik uit ‘De moeite die je neemt om ervoor te zorgen dat ondanks dat ik een huis heb, nog steeds de “juiste” dingen doe. Dat je er bent als ik het moeilijk heb met de situaties of dat je er bent als ik het gewoon even nodig heb’. Ik glimlach en mijn tranen stromen nu van blijdschap over mijn gezicht. Ik zie dat Erna moet slikken maar ook zij krijgt tranen in haar ogen. Ze weet dat ze het goed doet, maar om het te horen van mij dat heeft ze niet vaak gehoord. ‘Soms dan ben ik boos op je, omdat ik even geen raad weet met wat ik moet doen. Of dan denk ik dat ik het allemaal “prima” zelf weet’ ga ik verder ‘Maar je blijft toch altijd bij mij, je zal ondanks mijn grote mond altijd achter mij blijven staan en daar ben ik trots op. Dat je het toch aan durft’.

Onbekend persoon (2018)

 

©Jonge Medelanders